SV | Als nu Ebed-melech, de Moorman, een der kamerlingen, die toen in des konings huis was, hoorde, dat zij Jeremia in den kuil gedaan hadden (de koning nu zat in de poort van Benjamin); |
WLC | וַיִּשְׁמַ֡ע עֶֽבֶד־מֶ֨לֶךְ הַכּוּשִׁ֜י אִ֣ישׁ סָרִ֗יס וְהוּא֙ בְּבֵ֣ית הַמֶּ֔לֶךְ כִּֽי־נָתְנ֥וּ אֶֽת־יִרְמְיָ֖הוּ אֶל־הַבֹּ֑ור וְהַמֶּ֥לֶךְ יֹושֵׁ֖ב בְּשַׁ֥עַר בִּנְיָמִֽן׃ |
Trans. | wayyišəma‘ ‘eḇeḏ-meleḵə hakûšî ’îš sārîs wəhû’ bəḇêṯ hammeleḵə kî-nāṯənû ’eṯ-yirəməyâû ’el-habwōr wəhammeleḵə ywōšēḇ bəša‘ar binəyāmin: |
Als nu Ebed-melech, de Moorman, een der kamerlingen, die toen in des konings huis was, hoorde, dat zij Jeremia in den kuil gedaan hadden (de koning nu zat in de poort van Benjamin);
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Als nu Ebed-melech, de Moorman, een der kamerlingen, die toen in des konings huis was, hoorde, dat zij Jeremia in den kuil gedaan hadden (de koning nu zat in de poort van Benjamin);
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!